Waarom ritualen en symbolen?
Vrijmetselaars ondergaan een inwijding en nemen deel aan rituele bijeenkomsten van hun loge, waarbij zij de inwerking van de gehanteerde symbolen ondergaan: ieder in de mate waarin hij zich daarvoor openstelt. Ook aan de teksten, die worden uitgesproken, komt slechts symbolische betekenis toe die een ieder naar eigen beleving kan invullen. Doordat de vrijmetselarij zich niet door leerstellingen met waarheidspretentie tot de mens richt maar slechts d.m.v. symbolen, wordt bewerkstelligd dat de individuele vrijmetselaar niet in een keurslijf van dogma’s wordt gedrongen en dat hij a fortiori niet wordt verleid tot de gedachte ‘de’ waarheid in pacht te hebben; hij kent slechts ‘zijn’ waarheid. Wel gaat de vrijmetselarij uit van iets als een leidend beginsel, een kwaliteit of een kracht, die geacht wordt in een ieder door te werken en die met de term Opperbouwmeester des Heelals wordt aangeduid.
Er wordt wel eens gezegd dat het lidmaatschap is voorbehouden aan intellectuelen en beter gesitueerden. Is daar iets van waar?
Vrijmetselarij heeft niets te maken met maatschappelijke status of met intellectueel niveau. Het lidmaatschap van de Orde staat open voor elke vrije man van goede naam, dat wil zeggen voor elke man die zich niet gebonden acht aan oneigenlijke beperkingen van geestelijke en maatschappelijke aard en die handelt vanuit oprechte intenties. Vrijmetselarij is niet voor geleerde weters, maar voor oprechte zoekers, ongeacht de plaats die zij in dit maatschappelijk bestel innemen.