Waar komt de Vrijmetselarij vandaan en in welke tijd is ze ontstaan?

Al in de vroege middeleeuwen toonden de steenhouwers zich als een hecht gezelschap. Een aparte plaats namen de kathedraalbouwers in. Een gilde van vaklieden dat, overal in Europa, daar werkte waar gebouwd werd. Aanvankelijk in de z.g. Romaanse bouwstijl. Later, toen de kruisvaarders uit Arabië terugkeerden met nieuwe inzichten en het decimale stelsel meebrachten, ontstond de bouwtechniek met lichte, ranke vormen en hoge vensters: de gotiek. De bouwers kwamen bijeen in de z.g. bouwhutten (lodges), waar niet alleen de techniek, maar ook de betekenis van de bouw onderwerp waren van gesprek en van onderricht. Het hakken en bewerken van natuursteen speelde een grote rol bij het bouwen. Een veel gebruikte steensoort in Engeland was de ‘freestone’ , een soort kalksteen.

Vaklieden, die deze steen bewerkten, heetten freestonemasons of freemasons. Hierin herkent U de Nederlandse naam vrijmetselaar en het eveneens gebruikelijke maçon. Het waren ambachtslieden van allerlei nationaliteit die bij de lodges werden opgeleid van leerling tot gezel en sommigen van gezel tot meester.