Vrijmetselaren spreken soms in een voor belangstellende buitenstaanders bijna onbegrijpelijk jargon. Dat jargon past bij de herkomst van de moderne Vrijmetselarij; de traditie van ruim 250 jaar heeft haar stempel op de werkwijze gedrukt.
De symboliek is voor een belangrijk deel ontleend aan de laat middeleeuwse beroepsgilden. Nieuwe leden begonnen ook daar als leerling; zij kunnen vervolgens tot gezel en daarna tot meester worden bevorderd.
Symbolen zijn onmisbare hulpmiddelen in de communicatie tussen mensen. Een symbool maakt begrippen bespreekbaar waaraan verschillende mensen verschillende betekenissen hechten.
Een voorbeeld van zo´n vrijmetselaarssymbool is de ‘winkelhaak’, een instrument waarmee gecontroleerd kan worden of iets wel in de haak is. De vrijmetselaar ziet de mens als een ‘ruwe steen’ die door hemzelf wordt bewerkt tot de ‘kubieke steen’ die bruikbaar is bij de bouw van de ‘tempel van Volmaking’ als symbool voor een betere samenleving.
Deze ‘arbeid’ verricht men gezamenlijk in de loges, gesteund door elkaar en met behulp van troffel, schietlood, winkelhaak en andere attributen uit de bouwwereld die in dat spel een symbolische betekenis hebben. Maar ook lichtsymboliek, waarbij zon, maan, sterren en het innerlijk licht een rol spelen heeft in de loop der tijd een vaste plaats in de ritualen gekregen.